Verstrekking inkomensgegevens huurders door belastingdienst wel toegelaten

Verstrekking inkomensgegevens huurders door belastingdienst wel toegelaten

Gepubliceerd op:

Op 16 maart 2013 werden diverse wetten ingevoerd en aangepast, tezamen aangeduid als Wet inkomensafhankelijke huurvergoeding (“Wet IAH”),  die er toe strekken de doorstroming van huishoudens met hogere inkomens te bewerkstelligen en "scheef wonen” tegen te gaan. Daartoe werd verhuurders van sociale huurwoningen de mogelijkheid geboden om de huurprijs jaarlijks extra te verhogen ten opzichte van het reguliere basis huurverhogingspercentage. 

Huurders werden in -kort gezegd- 3 categorieën huishoudinkomens verdeeld, waaraan steeds een extra huurverhogingspercentage werd toegekend. Een voorstel tot huurverhoging diende vergezeld te gaan van een inkomensverklaring die door de inspecteur op verzoek van de verhuurder werd verstrekt. Deze inkomensverklaring bevatte geen bedragen maar enkel een aanduiding tot welke inkomenscategorie de huurder gerekend kon worden.

Tegen de verstrekking van een dergelijke inkomensverklaring door de belastingdienst werd opgekomen door een huurder. Die procedure heeft geleid tot een uitspraak van de Raad van State d.d. 3 februari 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:253) waarin werd beslist – kort gezegd - dat een dergelijke verstrekking van een inkomensverklaring een relevante verwerking van persoonsgegevens is als bedoeld in artikel 8, aanhef en onder f van de Wet bescherming persoonsgegevens en dat er geen wettelijke verplichting op de inspecteur rust om dergelijke inkomensgegevens van een huurder te verstrekken aan de verhuurder. Volgens de Raad van State was deze verstrekking daarom in strijd met artikel 67 Algemene Wet rijksbelastingen.

De wet IAH is nadien aangepast, zodanig dat per 1 april 2016 in artikel 7:252a lid 3 van het Burgerlijk Wetboek is opgenomen:

"De inspecteur verstrekt op verzoek van een verhuurder een verklaring omtrent het huishoudinkomen aan de verhuurder.”

Met deze aanpassing beoogde de wetgever te voorzien in een uitdrukkelijke wettelijke grondslag voor verstrekken van inkomensgegevens.

Huurdersorganisaties, in het bijzonder de Woonbond, hebben zich altijd verzet tegen de invoering van inkomensafhankelijke huurverhogingen. De Woonbond wilde laten beoordelen of de hernieuwde verstrekking van inkomensgegeven door de belastingdienst  krachtens deze wetswijziging rechtmatig was. Bovendien wilde zij namens haar leden huurverhogingen die waren gebaseerd op onrechtmatig verstrekte inkomensgegevens terugvorderen. Zij is daartoe een procedure opgestart bij de rechtbank te Den Haag tegen de Staat, Aedes, een tweetal verenigingen van vastgoedbeleggers en Woningstichting De Key te Amsterdam.

Bij vonnis d.d. 10 januari 2018 heeft de rechtbank de vordering tot terugbetaling namens haar leden niet ontvankelijk verklaard omdat een dergelijke geldvordering enkel door de huurders die het aangaat zelf gevorderd kunnen worden. Verder bepaalde de rechtbank dat het delen van inkomensgegevens, gelet op de expliciete wettelijke grondslag, nu wel toegelaten was krachtens artikel 67 Algemene wet rijksbelastingen. De Woonbond beraadt zich nog op een eventueel hoger beroep. Wordt mogelijk vervolgd.    


Anand Bonder is advocaat huur en onroerend goedrecht bij Poelmann van den Broek advocaten te Nijmegen. Voor vragen of opmerkingen is Anand bereikbaar op a.bonder@pvdb.nl of op telefoonnummer 024 - 381 14 21.

Een greep uit ons leveranciersregister

BDO
Hoe kan ik de financiële continuïteit van mijn woningcorporatie waarborgen en tegelijkertijd mijn maatschappelijke taken ...
Oranjedak
Oranjedak is één van de sterkste spelers in de Nederlandse dakbedekkingsbranche ...
ACQOM Trading B.V.
Bij ACQOM staat onze passie voor innovatie en duurzaamheid centraal ...