Corporatie pleit voor alternatief huurcontract

Gepubliceerd op: 12 Juni 2017

De Amsterdamse woningcorporatie Stadgenoot pleit voor een versoepeling van de strikte Nederlandse huurbescherming in de strijd tegen de lange wachtlijsten voor sociale huurwoningen in Amsterdam en andere populaire woningmarkten. De corporatie ziet het zogenaamde ‘wooncontract’ als manier om sociale huurders sneller een ‘passende’ woning te bieden.

Een reguliere huurder komt nu gemiddeld pas na 14 jaar op de wachtlijst te hebben gestaan aan een woning. Stadgenoot betoogt dat het wooncontract huurders van een sociale huurwoning een passende woning garandeert in financiële (hoogte van de huur) en fysieke zin (grootte van de woning). Om deze reden vindt de corporatie dat het wooncontract een nieuw arrangement in het huren moet worden.

Flexibiliteit
Het wooncontract gaat uit van flexibiliteit in op zowel het vlak van de huursom als de woning zelf. Huurders gaan met het wooncontract minder betalen als het inkomen daalt en betalen meer huur wanneer hun inkomen stijgt. Bij gezinsuitbreiding die leidt tot een te krappe woning, krijgen huurders zicht op een ruimere woning en andersom wil Stadgenoot bij een te ruime woning gezamenlijk met de huurder op zoek naar een kleinere woning.

‘Logische oplossing’
Het gedwongen laten verhuizen van huurders die te ruim wonen is een controversiële maatregel. Bijbouwen van huizen lijkt een logischere oplossing voor het tekort aan betaalbare huurwoningen. Door gebrek aan geld en ruimte is het echter onvoldoende mogelijk om op deze manier meer woningaanbod te creëren.

Passend wonen
Marien de Langen, bestuurder van Stadgenoot, ziet wel mogelijkheden bij bewoonde woningen. “Duizenden relatief grote woningen van Stadgenoot worden bewoond door één persoon”, zegt van Langen. “We zouden veel meer mensen kunnen huisvesten als in die huizen gezinnen wonen.” De bestuurder wil daarom huurders die te groot wonen in kleinere huizen kunnen onderbrengen. Huurders zijn dan verzekerd van een passende woning in plaats van een specifieke woning.

Huiverig
Wetenschappers en huurdersorganisaties zijn niet enthousiast over het plan van De Langen. “Het probleem van Stadgenoot is reëel, maar ik ben toch huiverig”, zegt hoogleraar woningmarkt Johan Conijn (UvA). “We zien dat de flexibiliteit op de arbeidsmarkt mensen al onzeker maakt, als je daar nog onzekerheid over wonen aan toevoegt doe je huurders heel wat aan.” Ook directeur van de Woonbond Ronald Paping is geen voorstander van het wooncontract. Hij geeft aan dat er al te veel maatregelen zijn genomen om mensen die ‘niet passend’ wonen aan te sporen om te verhuizen.

‘Zekerheid van wonen’
De Langen is van mening dat het wooncontract juist zekerheid van wonen biedt: “Alleen zekerheid van wonen, niet van een specifieke woning.” De bestuurder geeft toe dat er nog aardig wat praktische haken en ogen aan het ‘woonrecht’ zitten, maar hij heeft hoop dat de volgende minister van Wonen die praktische vraagstukken zal aanpakken.

Bron: Stadgenoot/De Volkskrant

› Terug naar vorige pagina